Vaak gestelde vragen

Hier vind je een overzicht van vragen die ik regelmatig gesteld krijg.

Op deze vraag bestaat nog geen wetenschappelijk onderbouwd antwoord. Wel is er een manier om deze vraag voor onszelf te beantwoorden, aan de hand van onze eigen ervaringen. Bij het opdoen van directe ervaringen met de spirituele wereld, kunnen wij erop vertrouwen dat de spirituele wereld echt bestaat. Dit zou een mooie stap voor onszelf zijn. Ook omdat wij er dan voor kiezen om ons eigen waarnemingsvermogen en innerlijk weten te vertrouwen, zelfs bij zaken waar de wetenschap nog niet bij kan. Helaas is in onze samenleving het geloof in het subjectieve waarnemingsvermogen van de mens, en in ons eigen innerlijk weten, sterk afgenomen sinds de komst van de wetenschap. De wetenschap is gebaseerd op een krachtige bevestigingsmethode waarbij objectiviteit centraal staat, en dit heeft de mensheid veel kennis opgeleverd. Vervolgens is in de loop der tijd, de benodigdheid voor objectieve bevestiging van onze opvattingen, alsmaar toegenomen. Uiteindelijk is dat ons duur komen te staan op het gebied van ons eigen innerlijk weten. Dit is geen gezonde toestand, waarmee de mensheid écht verder mee kan ontwikkelen en evolueren. Het is van belang dat de mensheid juist meer meesterschap krijgt over het innerlijk weten, zeker wanneer wij een grote sprong voorwaarts willen maken.

Alhoewel er nog geen wetenschappelijk onderbouwd antwoord bestaat op de vraag of de spirituele wereld bestaat, is er wel een verhelderende hypothese die gebaseerd is op wetenschappelijke feiten, en waar de wetenschap totaal geen tegenbewijs voor heeft. Ik noem het de “hypothese van het metafysisch universum”. Het enige wat ontbreekt, is een objectieve bevestiging aan de hand van wetenschappelijke bevestigingsmethoden. Het is mogelijk dat de hypothese aan het begin staat van een nieuw natuurkundig begrip over ons universum. Tevens is de plausibiliteit van deze hypothese, net zo als die van de hypothese van donkere materie. Voordat wij in deze hypothese duiken, is het van belang om op voorhand te weten dat er veel wetenschappelijke termen en concepten voorbij zullen komen. Bent U er klaar voor?

De hypothese van het metafysisch universum.

Aan de hand van de natuurkunde, weten we al veel als het gaat over de opbouw van het fysieke universum waar wij in leven. We weten dat alle materie opgebouwd is uit moleculen [atomen die aan elkaar gebonden zijn] en losse atomen, afhankelijk van welke materie het is. Ook weten wij dat de atomen vervolgens opgebouwd zijn uit subatomaire deeltjes; deeltjes die kleiner zijn dan het atoom. De kleinste subatomaire deeltjes worden elementaire of fundamentele deeltjes genoemd. Dit zijn de kleinste bouwblokken van het fysieke universum, waar de mensheid objectief bewijs voor heeft. Het fundamentele deeltje dat verantwoordelijk is voor de massa van al de andere deeltjes met massa, wordt de “Higgs boson” genoemd. Door sommige natuurkundigen wordt dit deeltje zelfs het “god particle” genoemd. Wetenschappers komen langzamerhand achter deeltjes die een nog een kleinere massa hebben dan de Higgs boson, alhoewel deze nog niet volledig zijn bevestigd. Ook zijn de wetenschappers al achter deeltjes die geen massa hebben, waaronder de “photon”, het deeltje waar al het licht uit bestaat. Ook denken natuurkundigen aan een aantal hypothetische deeltjes zonder massa, waar de wetenschappers nog onderzoek naar proberen te doen. Een van deze deeltjes wordt de “graviton” genoemd, die verantwoordelijk zou zijn voor de zwaartekracht.

Van de kleinste fundamentele deeltjes, tot de grootste vormen van materie. De opbouw van het universum van klein naar groot is een belangrijk onderwerp voor de wetenschappers.

Om de hypothese van het metafysisch universum grondig te begrijpen, is het van belang om zowel een helder beeld te hebben van de natuurkundige opbouw van het fysieke universum, als ook van de hypothese van donkere materie. In die hypothese vinden we namelijk een belangrijke gelijkenis die ons zal helpen de hypothese van het metafysisch universum te begrijpen.

Volgens astronomen bestaat het grootste deel van het fysieke universum uit zogenaamde donkere materie. Donkere materie is een hypothetisch begrip, ingevoerd om bepaalde verschijnselen in sterrenstelsels te verklaren. Al lang geleden kwamen astronomen tot de vaststelling dat er veel meer materie in clusters van sterrenstelsels moest zitten dan kon worden waargenomen. Om de bewegingen van sterren en sterrenstelsels te laten kloppen met de bekende wetten van de zwaartekracht en de relativiteitstheorie, bedachten natuurkundigen het hypothetische concept van donkere materie. Sterren bewegen zich immers met zo’n enorme snelheid rond het middelpunt van een sterrenstelsel, dat ze, rekening houdend met de bekende hoeveelheid materie in een sterrenstelsel, normalerwijze hun baan zouden verlaten en de ruimte in zouden schieten. Er moet dus volgens natuurkundigen meer materie in een sterrenstelsel zitten dan we kunnen waarnemen.

Volgens natuurkundigen bestaat ongeveer 22% van het universum uit donkere materie, en 4% van het universum uit de bekende vormen van materie.

De benaming “donkere materie” is een beetje misleidend. Iets wat donker is, straalt geen zichtbaar licht uit of reflecteert geen zichtbaar licht. Met de hypothetische donkere materie is het echter zo dat er helemaal NIETS wordt uitgestraald of gereflecteerd: geen zichtbaar licht, maar ook geen ultraviolette straling, geen infrarood, geen radiogolven, geen radioactieve straling, helemaal niets dus. Dit heeft tot gevolg dat we met onze meetinstrumenten en telescopen donkere materie op geen enkele manier waar kunnen nemen. Het woord “materie” doet ons denken aan stoffen die uit atomen bestaan en die braaf gehoorzamen aan de bekende wetten van de fysica. Donkere materie trekt zich van al die bekende fysische wetten weinig of niets aan en gedraagt zich op een totaal andere manier. Dit zou betekenen dat donkere materie niet is opgebouwd uit atomen, maar uit een heel ander soort deeltje.

In de hypothese van donkere materie vinden we een belangrijke gelijkenis met de hypothese van het metafysisch universum. Want ook hierbij gaat het om een vorm van materie die niet voldoet aan de natuurkundige wetten van het fysieke universum. Tot zover de technologie is ontwikkeld, is er geen mogelijkheid om het metafysisch universum, en dus de spirituele wereld, waar te nemen. De enige wijze waarop wij toegang kunnen krijgen tot de spirituele wereld, is door toegang te verkrijgen met onze geest. We schijnen donkere materie niet zomaar weg te kunnen denken en daarbij te doen alsof het begrip simpelweg niet bestaat. Er zijn tal van fenomenen in het heelal die onmogelijk verklaard kunnen worden zonder een beroep te doen op die geheimzinnige donkere materie. Gek genoeg hebben de natuurkundigen er nog niet zo over gedacht als het gaat over het metafysisch universum.

De reden daarvoor, is dat alleen onze mentale waarnemingen een factor zouden zijn om van een metafysisch universum te kunnen spreken. En voor deze verschijnselen hebben we al een simpele theorie bedacht, die de noodzaak voor verder onderzoek doet verminderen. En omdat de wetenschappers sindsdien geen problemen zijn tegen gekomen die hun eigen theorieën hebben kunnen weerleggen, en waarvoor het metafysisch universum nodig zou zijn, blijven sommige natuurkundigen comfortabel op hun plekje zitten. De theorie waar nu in wordt geloofd, is dat al onze mentale waarnemingen hallucinaties zijn; beelden die zijn gecreëerd door onze neuronen. Dus aan de hand van die theorie, worden al onze mentale waarnemingen gezien als substantie-loze creaties, die volledig gefabriceerd zijn door onze hersenen. Er is echter een gigantisch probleem in die theorie. Het probleem in die theorie is namelijk dat daarbij wordt geaccepteerd dat er iets uit het niets ontstaat, dat er geen substantie is voor de manifestatie van ‘iets’. Tot nu toe, zelfs voor verschijnselen zoals massa, licht en zwaartekracht, moesten er altijd verantwoordelijke substanties zijn, die het bestaan van die fenomenen zouden onderbouwen. Waarom wordt dit keer zo’n essentieel element dan wel over het hoofd gezien? De waarnemingen die wij ervaren ter gevolg van zintuiglijke stimuli [zoals kijken of horen] hebben wel een onderbouwde substantie. Ze zijn niet volledig gemanifesteerd door het brein, ze zijn slechts vertaald door het brein. Waarom worden onze visualisaties en dromen dan wel volkomen als hersenspinsels gezien, ook al worden dezelfde delen van de hersenen gebruikt zonder een vermeerdering van hersenactiviteit? Die theorie kan niet kloppen, teveel elementen zijn daarbij over het hoofd gezien. De hypothese van het metafysisch universum biedt daarentegen een volmaakter en integraler perspectief. De mogelijkheid voor een metafysisch universum roept bij sommige wetenschappers wel degelijk angsten op. Want dit zou betekenen dat er dan veel meer zou bestaan in het universum; inclusief factoren waar geen controle over uit te oefenen is, en waar lastig kennis over opgedaan kan worden. Er zijn wetenschappers die dit idee echter wél overwegen. Maar helaas krijgen hun veronderstellingen nog weinig aanzien. We kunnen echter niet voor lang het metafysisch universum ontwijken, steeds vaker stuiten we op aanwijzingen van haar aanwezigheid. Op een dag zal de meerderheid van de wetenschappers er aan toe zijn om deze werkelijkheid te omarmen.

Op basis van mijn eigen buitenzintuiglijke waarnemingen, kan ik met zekerheid stellen dat ik constant bewust ben van een metafysisch universum of spirituele wereld, die compleet los staat van de natuurkundige wetten van het fysieke universum. De spirituele wereld bestaat in mijn ervaring uit dezelfde metafysische bestanddelen die ook onze visualisaties en dromen construeren, waarbij we dag in dag uit, eindeloze kleuren, vormen en sensaties beleven. Ik durf te veronderstellen dat in het metafysisch universum, onze geest gewoon doorgaat nadat ons lichaam is gestopt met functioneren. En dat in dit metafysisch universum wonderen te vinden zijn die wij nu nieteens kunnen bevatten. Ik hoop dat de dag eens mag komen dat de wetenschappers stuiten op dit metafysisch universum. Dat zou een ware revolutie teweeg brengen. Zoals de brilliante Nikola Tesla eens zei:

“The day science begins to study non-physical phenomena, it will make more progress in one decade than in all the previous centuries of its existence.”

Het metafysisch universum is voor vele nog een mysterie, ook al staan wij er iedere dag mee in verbinding.


Leigh McCloskey: Universe as Organism.

Dit artikel is gebaseerd op het officieel Nederlands woordenboek.

Een paragnost is een persoon die kennis verkrijgt, naast of voorbij de bekende zintuiglijke processen [met de vijf zintuigen] om. Dit fenomeen staat bekend als buitenzintuiglijke waarneming, dat ook wel paragnosie genoemd wordt. Het woord paragnost betekent dus letterlijk ‘buitenzintuiglijk waarnemer’.

“Het woord is afgeleid van het Oudgrieks voorvoegsel ‘para’ dat letterlijk ‘naast’ of ‘voorbij’ betekent, en het Oudgrieks woord ‘gnosis’ dat letterlijk ‘kennis’ betekent.”

Buitenzintuiglijke waarnemingen verkrijgen we met het waarnemingsvermogen van onze geest [door sommigen ook wel het ‘zesde zintuig’ genoemd]. Ieder mens ervaart weleens bewust of onbewust een vorm van buitenzintuiglijke waarneming, echter zijn ze bij de één wat meer ontwikkeld dan bij de ander. Het waarnemingsvermogen van onze geest wordt vaak onderverdeeld in helderziendheid, heldervoelendheid, helderhorendheid, helderruikendheid, helderproevendheid, en helderwetendheid. Daarnaast zijn er nog een aantal vormen van buitenzintuiglijke waarneming bekend, waaronder precognitie, telepathie, en psychometrie.

De potentie van ons geestelijke waarnemingsvermogen is gigantisch groot. Aan de hand van buitenzintuiglijke waarnemingen kunnen paragnosten dingen te weten komen over anderen, die men zonder toegang tot dit fenomeen niet zouden kunnen weten. Dit includeert persoonlijkheidseigenschappen, gedachtes en gevoelens en emoties, leefsituaties zonder voorkennis, het verleden, en [onder bepaalde voorwaarden] zelfs de toekomst.

Het zien van de toekomst is echter een controversieel onderwerp. Paragnostische toekomstvoorspellingen [precognitieve waarnemingen] zijn gebaseerd op lineaire berekeningen die in het onderbewustzijn van de paragnost worden gemaakt. Het onderbewustzijn verzamelt informatie over alle relevante zaken die zich afspelen in het ‘nu’, en berekent vervolgens gebaseerd op ‘hoe de balletjes rollen’, de toekomst. Soms hoeft er maar één van die relevante zaken anders te lopen [zoals een andere beslissing van een betrokkene], om het complete toekomstbeeld te veranderen. Zoiets is erg makkelijk gedaan, en daarom gebeurt dit regelmatig bij toekomstvoorspellingen. Een professionele paragnost die weet waar hij of zij over praat, zal daarom alleen met stricte ethiek dit soort informatie uitwisselen; en altijd de vrijheid van de klant, als ook de onzekerheid van een toekomstvoorspelling, erbij vermelden.

“Een goede paragnost zal je niet vertellen wat je wilt horen. Een goede paragnost zal je vertellen wat je nodig hebt.”